Opinie gepubliceerd in “Brussel Deze Week” en op de website van “Le Soir”, 04/02/2015
Vorige week werd een erfgoedpetitie afgegeven om het Vossenplein te laten beschermen, samen met enkele gebouwen én de schuilkelder uit de Tweede Wereldoorlog. Deze petitie is conform het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening. De Gewestregering wordt hiermee verzocht een beschermingsprocedure op te starten.
De handtekeningen waren nauwelijks droog of Rudi Vervoort, Minister-President bevoegd voor Erfgoed, sprak al meteen van “instrumentalisering van het erfgoed”. Initiatief van burgers wordt duidelijk niet geapprecieerd.
De beschermingsaanvraag zou dienen om het parkingproject te blokkeren. Volgens Vervoort “bestaan er andere middelen om projecten te weigeren als ze niet aanvaardbaar zijn, om welke reden dan ook. Ik ben er niet van overtuigd dat dit de juiste manier is.” De ‘andere middelen’ zijn inderdaad legio en de tegenstanders van de parking zullen ze ook aanwenden. Maar laat de bescherming van dit plein nu net één van de meest geloofwaardige middelen zijn. Er is geen reden om dit debat niet te voeren.
Het Vossenplein is één van die zeldzame Brusselse pleinen die zijn oorspronkelijke karakter niet is kwijtgespeeld. Niet alleen de gebouwen, de geschiedenis en de ondergrond maken dit plein tot ver buiten Brussel bekend, ook de dagelijkse rommelmarkt die er doorgaat sinds 1873 is 100% Brussel.
Het is een illusie te denken dat het plein en zijn markt een lange werf ongeschonden doorkomen. Voor een ondergrondse parking moeten er in-en uitritten komen, liften, verluchtingskokers…niet meteen troeven voor een historisch plein.
Je moet dus van slechte wil zijn om niet te begrijpen dat deze ondergrondse parking de mensen verontrust en mobiliseert. Niemand begrijpt dat een plein dat zo emblematisch is voor de ziel van Brussel vandaag zomaar kan worden vernield of verminkt. Je zou denken dat ook Rudi Vervoort deze mening moet toegedaan zijn?
Brussel blijft sukkelen met zijn erfgoed en de Minister-President stelt ons niet echt gerust als hij beweert dat “klasseren niet het alfa en omega is van het beschermen van erfgoed”. Voorbeelden als het Atomium en het Koninklijk Paleis worden aangehaald. “Niemand zou ooit eraan denken om het Atomium af te breken”. Nochtans stelde iemand in 2014 wél voor om een parking te graven onder het Vossenplein ! En daar houdt het niet bij op : de Stad wil parkings bouwen onder het Rouppeplein, de Nieuwe Graanmarkt, het Ijzerplein…
“Als de Stad een bouwvergunning indient voor een parking onder het Vossenplein, moet niet enkel het erfgoed worden bekeken, maar ook andere aspecten: mobiliteit, sociale cohesie, ruimtelijke ordening, stedenbouw. Het lijkt mij gezonder om zo te werk te gaan.” Vervoort vergeet daarbij dat de ergoedwetgeving ervan uitgaat dat bepaalde getuigen uit ons verleden beschermd moeten worden, en niet worden geanalyseerd met dezelfde criteria.
Als men economische belangen, mobiliteit en dergelijke voorrang geeft, komt dat neer op een totale negatie van het idee van beschermd erfgoed. Erfgoed is onvervangbaar en bepaalde ingrepen zijn onherstelbaar. Als je het erfgoed wil vrijwaren, moet je de zaken dus in de juiste volgorde aanpakken : inventariseren, beschermen en alleen daarna bekijken welke projecten kunnen worden gerealiseerd.
Wij vragen dus dat het Gewest de beschermingsvraag analyseert op basis van de erfgoedwaarde en niet op basis van andere belangen.
Pétitions-Patrimoine en Platform Marollen
Deze opinie in “Brussel Deze Week” verschijnt op een ogenblik dat de verdedigers van het Vossenplein zich konden verheugen over de uitspraak van de Brusselse Schepen voor mobiliteit, Els Ampe. Tijdens een etentje met de pers op maandag 2 februari, had ze gezegd dat ze goed had geluisterd naar de kritieken op haar project en dat ze “zeer waarschijnlijk” niet zou raken aan het “karakter” van de plaats… Even later verklaarde ze echter dat ze bij haar besluit bleef om een ondergrondse parking te bouwen, waardoor haar eigen pas uitgesproken woorden volledig ingetrokken warden.